Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) zagen vrijwel alle pensioenfondsen hun financiële positie in het vierde kwartaal van 2018 verslechteren, als gevolg van de forse dalingen op aandelenmarkten en dalende rentes. Het vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen nam daardoor af met 46 miljard euro naar 1.328 miljard euro. De verplichtingen namen toe met 40 miljard euro tot 1.286 miljard euro. De dekkingsgraad van de pensioenfondsen is met 7 procentpunt gedaald van 110,3 (einde derde kwartaal) naar 103,3% eind 2018. Misschien is het tijd om nog een keer het artikel van de heer Anton Jongbloed op dit platform te herlezen. Hij komt namelijk met een interessant, onderbouwd voorstel om de pensioenfondsen op te heffen.
De voor kortingen op pensioenen relevante beleidsdekkingsgraad (het gemiddelde van de laatste twaalf maanddekkingsgraden) daalde voor de sector als geheel met 0,6 procentpunt naar 108,4 procent. Dat ligt weliswaar boven de wettelijk vereiste minimum beleidsdekkingsgraad van 104,2 procent, maar verhult dat het merendeel van de deelnemers pensioenaanspraken heeft bij een fonds met een aanzienlijk lagere beleidsdekkingsgraad.
Net zoals eind 2017 heeft het merendeel van de actieve, gewezen en pensioengerechtigde deelnemers een pensioenaanspraak bij een pensioenfonds dat een beleidsdekkingsgraad heeft die onder het wettelijk vereiste minimum ligt. Eind 2018 waren in Nederland 3,5 miljoen actieve, 4,9 miljoen gewezen en 2,0 miljoen pensioengerechtigde personen deelnemer bij een pensioenfonds waarvan de beleidsdekkingsgraad niet aan de wettelijke minimumeis voldeed. Dat is maar liefst 63% van alle actieve deelnemers, 50% van alle gewezen deelnemers respectievelijk 59% van alle pensioengerechtigde deelnemers.
Bron: DNB
Anton Jongbloed Reageren
Het dilemma:
Een 67 jarige man heeft 40 jaar lang € 4.400 pensioenpremie betaald. Bij een rekenrente van 4% heeft hij daarmee een pensioenreserve opgebouwd van € 394.000, waarmee hij een pensioen kan bekostigen van € 2.500 per maand. De marktrente is gedaald naar 0.2% nu. Om hetzelfde pensioen te kunnen behouden is nu een pensioenreserve nodig van € 541.000. Waar moet nu het verschil van € 147.000 vandaan komen? Bij het huidige stelsel kan men kiezen tussen een verlaging van het pensioen met ruim 30% naar €1.700 per maand of een drievoudige verhoging van de premie voor de werkenden. Inmiddels lezen we ook weer dat de gemiddelde levensverwachting aan het dalen is. Een pensioenstelsel dat beïnvloed wordt door levensverwachtingen, rentevoeten en werkelijke beleggingsrendementen kan de lusten en lasten van het pensioenstelsel niet op een eerlijke manier tussen werkenden en gepensioneerden verdelen. In de achter ons liggende periode leek dat anders, de pensioenen lagen vast, het rendement op staatsleningen schommelde zo rond de 8% en er werd gerekend met 4%. Het verschil tussen de rekenrente en het werkelijk behaalde rendement werd gebruikt om de hoge uitvoeringskosten te dekken, belegging missers te verbloemen en als er nog wat over bleef de pensioenen te indexeren. Bij gebrek aan transparantie een houdbaar stelsel en een bron van werkgelegenheid voor oud-politici.